Op deze pagina een overzicht van Food nieuwsfeiten die ik graag met u wil delen.

Nieuwe WVAB van start!

26/05/2014

Het veterinair antibioticabeleid is van groot belang voor zowel volksgezondheid als dierenwelzijn. In de aanpak van antibioticaresistentie in de dierhouderij speelt de Werkgroep Veterinair Antibioticabeleid (WVAB) van de KNMvD een belangrijke rol. De WVAB is opgericht in 1990 met als opdracht richtlijnen te maken voor restrictief en selectief antibioticumgebruik, zoals de diersoortspecifieke formularia. Vanuit de politiek en overheid is de afgelopen jaren steeds nadrukkelijker de wens geuit om de WVAB onafhankelijker van de KNMvD te positioneren. Op deze wijze kunnen de antibioticarichtlijnen van de KNMvD die binnen de kaders van de WVAB ontwikkeld worden op voldoende maatschappelijke steun blijven rekenen.

Het bestuur van de KNMvD heeft naar aanleiding hiervan besloten de WVAB anders te positioneren. De KNMvD komt aan de voorwaarden van overheid tegemoet door ook humane deskundigen uit te nodigen om zitting te nemen in de WVAB. Zo worden de volksgezondheidsbelangen nadrukkelijker geborgd zonder dat daarbij veterinaire aspecten als dierenwelzijn inclusief diergezondheid uit het oog worden verloren. De WVAB “nieuwe stijl” heeft als doel het bevorderen van een verantwoord gebruik van antibiotica bij dieren, rekening houdend met maatschappelijke belangen als volksgezondheid  en dierenwelzijn en met Europese en nationale  wet- en regelgeving.

De taken van de nieuwe WVAB zijn:
1. Het aan de hand van volksgezondheidsrisico’s adviseren over de kaders waarbinnen antibioticarichtlijnen voor de dierhouderij ontwikkeld worden. 
2. Het adviseren over het opstellen van richtlijnen en beleidsadviezen die betrekking hebben op de inzet van antimicrobiële middelen. 
3. Het goedkeuren van KNMvD-richtlijnen die betrekking hebben op de inzet van antimicrobiële middelen.

De werkgroep stelt hiervoor procedures op ten aanzien van het opstellen van eigen richtlijnen en beleidsadviezen en ten aanzien van de goedkeuring van KNMvD-richtlijnen die betrekking hebben op antimicrobiële middelen. Deze procedures waarborgen de onafhankelijkheid van de werkgroep.

Na goedkeuring van het reglement van de WVAB “nieuwe stijl” door het KNMvD-bestuur is er gezocht naar geschikte kandidaten. In overleg met de ministeries van EZ en VWS, de humane Stichting Werkgroep Antibioticabeleid en diverse deskundigen is een aantal personen benaderd en gevraagd om zitting te nemen in de nieuwe WVAB. Daarbij is door het bestuur ook bewust gekeken naar een goede connectie met de veterinaire praktijk. Op de bestuursvergadering van 1 april jl. zijn door het bestuur van de KNMvD benoemd:

– Dr. Louska Schipper, Europees specialist veterinaire farmacologie 
– Dr. Els Broens, specialist veterinaire microbiologie
– Prof. dr. Andreas Voss, specialist medische microbiologie
– Dr. Stephanie Natsch, ziekenhuisapotheker en klinisch farmacoloog

De benoeming is in eerste instantie voor een periode van 3 jaar en kan daarna verlengd worden met een nieuwe periode van 3 jaar. Het voorzitterschap van de WVAB wordt q.q. ingevuld door de portefeuillehouder diergeneesmiddelen uit het KNMvD-bestuur, op dit moment is dat Maaike van den Berg. Op 19 mei was er een startbijeenkomst voor de nieuwe WVAB. Kort daarna volgt er een breed overleg met formulariumcommissies over de stand van zaken met betrekking tot de huidige formularia en eventuele  toekomstige aanpassingen. Het bestuur van de KNMvD is er van overtuigd dat de WVAB in deze nieuwe samenstelling goed in staat is om maatschappelijke belangen als volksgezondheid en dierenwelzijn zorgvuldig af te wegen en wenst de leden van de WVAB veel succes met het vormgeven van het toekomstig veterinair antibioticabeleid.

Wakker Dier wil geiten de wei in

23/05/2014

Amsterdam – Melkgeiten moeten ook allemaal de wei in, net als koeien. Dat is de teneur van een nieuwe reclamecampagne op de radio van de Stichting Wakker Dier.

De organisatie maakt zich ook zorgen over de toenemende intensivering van de melkgeitenhouderij. Campagneleider Sjoerd van de Wouw: “Het gemiddelde bedrijf telt volgens het CBS al duizend geiten en de schaalvergroting gaat maar door. Ik zou zeggen: dwaal nou niet af richting de intensieve veehouderij.”

Van de Wouw signaleert dat de melkgeitenhouderij nog niet helemaal zo intensief is als de varkens en pluimveehouderij, “maar gerekend naar aantallen zijn alle melkgeitenbedrijven gemiddeld al in te delen in de categorie megabedrijf.”

Wakker Dier wil een einde maken aan de situatie dat melkgeiten ‘levenslang opgesloten’ zitten, in een kleine leefruimte, terwijl ze al zo’n 1.000 liter melk per jaar moet produceren. Ook is er kritiek op het onthoornen van gehoornde geiten, op de langdurige stalverlichting en de met ingespoten hormonen doorgevoerde ‘bronstsynchronisatie’. De behandeling van geitenlammetjes en bokjes kan volgens Wakker Dier ook beter.

Wakker Dier eist niet voor alle dieren volledige weidegang. Bedrijven met te weinig grond zouden in ieder geval uitloop kunnen toepassen. Het liefst zou de organisatie echter zien dat alle melkgeitenhouders overstappen naar een biologische bedrijfsvoering.

Van de Wouw is niet bang dat de campagne van Wakker Dier stuit op weerstand van burgers in Noord-Brabant, die zich zorgen maken over  extra risico op Q-koorts. Wakker Dier heeft dit niet onderzocht, maar vindt het wel een omgekeerde situatie als geiten vanwege de angst voor Q-koorts binnen zouden moeten blijven.

Dierenbescherming luidt noodklok over weidegang

16/05/2014

Amsterdam – Naast een wettelijk verplichte weidegang zijn ook verdergaande afspraken met de supermarkten nodig om de Nederlandse melkkoe in de wei te houden. Dit stelt de Dierenbescherming.

De organisatie luidt naar eigen zeggen de noodklok en wijdt een hoofdartikel aan de kwestie in verenigingsblad Dier. Bij de nadere afspraken met de supers denkt de Dierenbescherming aan de eis dat ook alle kaas van weidemelk komt en de introductie van een Beter Leven kenmerk voor zuivel. Zuivelfabrikanten moeten de huidige weidemelkpremie verder optrekken naar een niveau dat voor veehouders niet meer te negeren is.

Worden geen krachtige maatregelen genomen, dan verdwijnt na het aflopen van de melkquotering het overgrote deel van de Nederlandse melkkoeien in grote stallen. Daar moeten ze liggen in ‘bewust veel te krappe ligboxen met een harde vloer’, aldus beleidsmedewerker Bert van den Berg. Van die te harde vloer krijgen de koeien volgens hem slijt-, druk-, en doorligplekken. Bovendien kampt 80 procent van de koeien volgens hem na een paar weken op stal met pijnlijke klauwontstekingen. Ondertussen moeten de koeien wel topsport bedrijven, om minstens 8.000 liter melk per jaar te kunnen geven.

De Dierenbescherming wil dit scenario voorkomen en vóór zijn dat de melkveehouderij de varkens-, en pluimveehouderij achterna gaan. Nu al gaat het op diverse punten niet heel goed met het dierenwelzijn in de melkveehouderij, meent de Dierenbescherming. Veel koeien staan al permanent binnen en hebben al last van bovengenoemde problemen. Bovendien gaat een gemiddelde melkkoe maar vier lactatierondes mee, ofwel wordt slechts 5 of 6 jaar oud, terwijl een koen volgens de Dierenbescherming wel drie keer zo oud kan worden.